Zoals bekend was de kern van het oordeel van de Commissie Van Aartsen dat het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) gebukt gaat onder vrijblijvendheid en fragmentatie. De commissie schrijft ‘fragmentatie en vrijblijvendheid,’ maar ik vind vrijblijvendheid de zorgelijkste van de twee. En hoewel ik mij wel eens afvraag of die twee fenomenen niet samenhangen, lijken dat op het eerste gezicht verschillende kwesties. Het is namelijk mogelijk dat een coherente organisatie zonder veel energie opereert, terwijl het bij het bestaan van een menigte van organisaties kan zijn dat die ieder voor zich voortvarend te werk gaan.
Fragmentatie bestaat ook in de opsporing op milieugebied. Voor wie dat veld kent, hoef ik dat niet uit te leggen. Bovendien moet je misschien niet beginnen met de waarneming van die fragmentatie, maar met de vraag wat Nederland op dit gebied aan opsporingscapaciteit in huis heeft.
Welnu, dat is de Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) van de ILT, die op dit moment wordt uitgebreid tot zo’n 130 fte. Dat is de IOD van de NVWA met vooralsnog rond de 140 fte. Dat is de milieurecherche van de politie die een formatie kent van ruim 400. Dat zijn milieuagenten in basisteams. En dat zijn een kleine 3000 boa’s in Domein II (Milieu, welzijn en infrastructuur). Nu zijn deze IOD-en en boa’s ook actief op gebieden die geen milieu in strikte zin zijn, zoals voedsel- en arbeidsveiligheid. Maar dan nog. Dat is toch een enorm opsporingspotentieel ? Als dat potentieel nu eens in onderlinge samenhang kan worden ‘gericht’, zoals dat in managementjargon heet.
Op dat punt heb ik mijn hoop gevestigd op de verdere ontwikkeling van de Strategische Milieukamer (SMK). Dat is een bestaand overleg van de hoofdofficier van het Functioneel Parket, de portefeuillehouder milieu van de politie, de Inspecteurs-Generaal van de ILT, de NVWA en de NLA en de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid voor de omgevingsdiensten. De positie van dat overleg is echter nooit goed uitgewerkt en ook daar zit potentieel. In de opvolging van de aanbevelingen van ‘Van Aartsen’ heeft de staatssecretaris van IenW aan de Kamer gezegd dat de SMK zal worden geformaliseerd met een instellingsbesluit. Daaraan wordt nu gewerkt en met een dergelijk besluit zal waarschijnlijk zowel het potentieel van de SMK zelf als dat van de opsporing beter uit de verf komen. Ik hoop daarom dat het besluit er spoedig zal zijn.
Auteur:
Rob de Rijck, landelijk coördinerend officier van justitie milieu bij het Functioneel Parket en lid van de VMR Werkgroep Milieucriminaliteit