Het handelsverdrag tussen de Europese Unie en Canada is grotendeels al sinds september 2017 voorlopig in werking. Voorlopig, want de parlementen van de lidstaten moeten er nog mee instemmen, waaronder de Nederlandse Eerste Kamer die hier komende week over stemt. Grotendeels, want een omstreden onderdeel is nog niet in gebruik omdat de lidstaten daar eerst mee moeten instemmen. Dat is het Investment Court System (ICS) waarbij Canadese investeerders buiten de normale rechtbanken om forse schadevergoedingen kunnen eisen van de EU en van de EU-lidstaten, en EU-investeerders van Canada, als hun belangen worden geschaad. Bijvoorbeeld omdat hun belangen in kolencentrales worden aangetast als die (uiteindelijk) toch dicht gaan. Canadese investeerders, die in 2018 meer dan 25 miljard in Nederland investeerden, zijn zeer bedreven in het brengen van dit soort claims. Het valt dus te verwachten dat dit soort claims ook tegen Nederland gaan worden ingediend, al zegt minister Kaag dat we daar niet bang voor hoeven te zijn.
Als grote bedrijven via dit ICS torenhoge schadevergoedingen kunnen krijgen wordt het lastiger om maatregelen in het publieke belang aan te nemen. Het aanpakken van grote uitdagingen zoals de energietransitie en het verduurzamen van landbouw en vervoer wordt dus moeilijker. CETA maakt het ook moeilijker om voorzorgsmaatregelen te nemen. De CETA voorwaarden staan ook in andere verdragen en stonden daar in de weg aan voorzorgsmaatregelen van de EU, maar ook aan die van landen als Japan, Australië en Korea. Spijt achteraf en weer opzeggen van ICS is trouwens geen optie: via een ‘sunset’-clausule (klinkt mooi, is het niet) zitten we er 20 jaar aan vast.
Het overdragen aan het ICS van de bevoegdheid om over schadeclaims tegen de overheid te oordelen is bovendien in strijd met de Grondwet, dat de berechting van dit soort geschillen aan de Nederlandse rechterlijke macht opdraagt.
Op initiatief van Nederland en Frankrijk heeft de Commissie aangegeven meer mogelijkheden aan NGO’s te willen geven om mee te praten over het nakomen van duurzaamheidsbepalingen in CETA en andere EU-handelsverdragen. Het blijft echter bij praten. Onder CETA kunnen nog steeds geen sancties worden ingesteld bij overtredingen van duurzaamheidsbepalingen. De Commissie was daar altijd fel op tegen, maar introduceerde deze mogelijkheid wel in het nieuwe verdrag met Nieuw Zeeland voor wat betreft klimaat en gaf aan in andere verdragen dat ook na te gaan streven. Deze verbetering zou ook in CETA op haar plaats zijn.
Moet de Eerste Kamer het CETA-verdrag daarom afwijzen? Nee, er is een betere oplossing. Er kan een voorbehoud worden gemaakt waarbij wordt ingestemd met CETA, behalve waar het om het ICS-onderdeel gaat. Dat laat de voordelen van het verdrag in stand, en blokkeert het belangrijkste nadeel. Canada zal daar geen probleem mee hebben. Dat land was geen voorstander van ICS in CETA. In het nieuwe VS-Canada-Mexico handelsverdrag werd de mogelijkheid om schadeclaims tegen staten in te dienen juist verwijderd. Dat versterkte het recht om overheidsmaatregelen te nemen en om de volksgezondheid en het milieu te beschermen, aldus de verantwoordelijke Canadese minister. Dat verdrag leert ons trouwens nog wat. Het was al uitonderhandeld, maar werd alsnog aangepast omdat het Congres van de VS aandrong op strengere duurzaamheidsbepalingen. Een rechte rug van een parlement kan dus de nodige verbeteringen bewerkstelligen. De bal ligt nu in de Eerste Kamer.
Dr Wybe Th. Douma
European Environmental Law Consultancy en EU Legal
Mede-initiatiefnemer van de open brief over CETA aan de Eerste Kamer
NB Zie voor meer informatie ook de open brief aan de leden van de Eerste Kamer https://eulegal.nl/wp-content/uploads/2020/06/2020-06-07-EK-def.pdf en de opiniestukken https://www.milieurecht.nl/nieuws/ceta-brief-ek en https://www.milieurecht.nl/nieuws/ceta-kiest-de-eerste-kamer-voor-grondwet-of-voor-corporate-takeover