VMR blokje




Kennis­netwerk voor milieu-, water- en natuur­beschermings­recht 

Voorstel Europese Corporate Sustainability Due Diligence Directive niet in lijn met internationale normen en Nederlands IMVO beleid

Geplaatst op 05-04-2022  -  Categorie: Columns Wg Mondiale Drzheid  -  Auteur: Janneke Bazelmans

Op 23 februari 2022 publiceerde de Europese Commissie dan eindelijk het voorstel voor een Europese Richtlijn voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (de Corporate Sustainability Due Diligence Directive)[1]. Deze richtlijn zou gebaseerd zijn op OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN Guiding Principles for business and human rights (UNGPs). Dit is het internationale normenkader op basis waarvan alle bedrijven mensenrechten moeten respecteren, een negatieve impact op het milieu dienen te vermijden en waarbij slachtoffers toegang moeten hebben tot een effectief rechtsmiddel als er desondanks schendingen of vervuiling plaatsvinden (due diligence). Het voorstel is daar echter niet mee in lijn. Voor een uitgebreide analyse wordt verwezen naar de analyse van het mvo-platform.[2] Hieronder volgen enkele aandachtspunten.

Te beperkte reikwijdte
In de preambule van het voorstel staat duidelijk dat de verplichting voor de hele waardeketen van een bedrijf moet gelden, maar in de bepalingen van het voorstel wordt dit behoorlijk ingeperkt en wordt sterk afgeweken van dit internationale normenkader dat het absolute minimum is. Alleen bedrijven met meer dan 150 miljoen euro omzet en meer dan 500 medewerkers plus enkele risicosectoren vallen onder de richtlijn. De financièˆle sector valt maar deels onder het voorstel. Juist deze sector heeft de mogelijkheid om via zijn geldstromen voorwaarden te stellen aan bedrijven met betrekking tot hun ketenverantwoordelijkheid en zo waardeketens te verduurzamen.

Ook de voorgestelde due diligence-verplichting is beperkt. Die houdt in dat bedrijven de daadwerkelijke en potentièˆle negatieve effecten van hun eigen activiteiten, die van hun dochterondernemingen en die van hun gevestigde zakenrelaties op mensenrechten en milieu moeten identificeren, voorkomen en reduceren en dit monitoren. Het gebruik van de (overigens vage) term gevestigde zakenrelaties (established business relationship is een extra beperking. Terwijl een fundamenteel principe van due diligence nu juist is dat bedrijven prioriteren op basis van de ernst van risico’s of misstanden zonder onderscheid tussen gevestigde zakenrelaties en andere typen zakelijke relaties.

Het voorstel verplicht bedrijven niet hun volledige waardeketen te onderzoeken op misstanden. Ze kunnen hun verantwoordelijkheid via een contractuele garantie afschuiven op hun toeleveranciers die dat vervolgens ook weer via contractuele garanties met hun toeleveranciers kunnen doen (contractual cascading). Zo worden de risico’s en de kosten de waardeketen ingeduwd; naar toeleveranciers in productielanden en het Europese mkb. Voor de controle op deze contractuele garanties mag gebruik worden gemaakt van verificatie door een onafhankelijke derde partij en van sectorale initiatieven (bijvoorbeeld certificeringsmechanismen). Uit onderzoek[3] blijkt telkens dat sociale audits en sectorale initiatieven volstrekt onvoldoende zijn om daadwerkelijk misstanden te voorkomen, te identificeren en te verhelpen. Het laten uitvoeren van audits of het inkopen van gecertificeerde producten staat niet gelijk aan het uitvoeren van due diligence.

Mensenrechten en milieu
De due diligence-verplichting is gericht op mensenrechten en milieu. De lijst in de Annex die opsomt over welke verdragen en conventies het gaat is verre van compleet. Zo valt maar een beperkt aantal milieuschendingen onder de richtlijn. Hoewel onder het mensenrechtendeel van de Annex verwezen wordt naar milieueffecten, wordt dit beperkt tot die milieueffecten die gerelateerd zijn aan de in de Annex genoemde mensenrechten. Milieuvervuiling zonder directe link met mensen (zoals ontbossing of watervervuiling in onbewoond gebied) telt derhalve niet als milieuschade en ook niet als mensenrechtenschending. Het zou voorop moeten staan dat bedrijven de beginselen van het milieubeleid van de EU respecteren, dus voorzorg, preventie, bestrijding van verontreiniging bij de bron en het ‘vervuiler betaalt’-principe.

Klimaat
De due diligence-verplichting is niet gericht op impact op het klimaat. Het voorstel bevat een apart regime gericht op het voorkomen van klimaatverandering. Bedrijven moeten alleen een actieplan opstellen; de uitvoering en monitoring daarvan zijn niet verplicht. Onduidelijk is aan welke criteria het actieplan moet voldoen, welk reductiepad bedrijven moeten volgen en wat hun emissiereductiedoelen moeten zijn om in lijn met het Parijsakkoord te handelen. Ook is onduidelijk wanneer sprake is van ‘risico's voor of als gevolg van de bedrijfsactiviteiten’. Opmerkelijk is dat de Commissie in de preambule de rol van de private sector van cruciaal belang acht om de 1,5°C-doelstelling uit het Parijsakkoord te halen, maar dat pas zeven jaar na inwerkingtreding van de richtlijn bekeken wordt of de due diligence-verplichting ook moet gelden voor klimaatimpact. Dat is te laat.

Herstel voor slachtoffers en aansprakelijkheid
Het voorstel laat stap zes van UNGP/OESO-due diligence over herstel grotendeels weg. Het lijkt vooral te gaan over financiële compensatie, maar dat is niet hetzelfde als het bieden van herstel (bijvoorbeeld het opruimen van olie). Ook bevat het voorstel vrijwel geen maatregelen om de bestaande belemmeringen (zoals toegang op informatie, bewijs, hoge kosten) in de toegang tot recht voor slachtoffers van misstanden weg te nemen.
Bedrijven kunnen civielrechtelijk aansprakelijk worden gesteld, maar alleen indien zij geen due diligence hebben uitgevoerd terwijl er als gevolg hiervan schade is. Echter, aansprakelijkheid voor misstanden bij indirecte toeleveranciers is in beginsel uitgesloten indien gebruik is gemaakt van een contractuele clausule die gecontroleerd is via sociale audits en sectorale initiatieven. Bij de beoordeling van de mate van aansprakelijkheid wordt bovendien rekening gehouden met de gedane inspanningen van het bedrijf.
Het voorstel houdt daarnaast wel een zorgplicht in voor bestuurders van bedrijven, maar geen handhavingsregime bij niet nakoming daarvan.

Gamechanger?
Deze richtlijn kan een ware gamechanger zijn om daadwerkelijk internationale ketens te verduurzamen. Echter, het voorstel lijkt vooral gericht op beperking van de gevolgen voor bedrijven die wereldwijd via hun internationale ketens betrokken kunnen zijn bij negatieve impacts op mens, milieu en klimaat. Terwijl juist centraal zou moeten staan op welke wijze de richtlijn een positieve impact op mens, milieu en klimaat in productielanden realiseert. Op tal van fundamentele onderdelen is het voorstel niet in lijn met de OESO-richtlijnen en de UNGPs, het minimum normenkader dat sinds 2011 de hoeksteen van het Nederlandse imvo-beleid is. Het is daarom cruciaal dat het Nederlandse kabinet zich in Nederland en de EU inzet om dit te repareren, en een ambitieuzer nationaal wetsvoorstel tegenover dit Europese voorstel zet.

Auteur: Janneke Bazelmans is lid van de werkgroep Mondiale duurzaamheid en recht en werkzaam bij Milieudefensie waar zij zich focust op corporate accountability. Milieudefensie is actief lid van het Mvo-platform.

Zij schrijft op persoonlijke titel.

 

 

[1] Https://ec.europa.eu/info/publications/proposal-directive-corporate-sustainable-due-diligence-and-annex_en

[2] Zie uitgebreide analyse: https://www.mvoplatform.nl/analyse-aanbevelingen-voor-het-eu-voorstel-voor-een-richtlijn-due-diligence/

[3] Zie onder meer:
- het dossier van het Business and Human Rights Resource Centre https://www.business-humanrights.org/en/big-issues/labour-rights/beyond-social-auditing/

- Milieudefensie (2021) https://en.milieudefensie.nl/news/palm-oil-certification-not-out-of-the-woods.pdf
- Cornell University en Mondiaal FNV, CNV Internationaal en Fair Wear Foundation (2021) https://cornell.app.box.com/s/zzg1c5n43lj0c3atrsnl72jrbnj0gn2q

- SOMO (2021) https://www.somo.nl/wp-content/uploads/2021/12/Final_SoP_EEES.pdf

- MSI Integrity (2020) https://www.msi-integrity.org/not-fit-for-purpose/
- Clean Clothes Campaign (2019) https://cleanclothes.org/file-repository/figleaf-for-fashion-brief.pdf/view
- SOMO (2018) https://www.somo.nl/wp-content/uploads/2018/10/Report-looking-good-on-paper.pdf
- University of Sheffield (2016) http://speri.dept.shef.ac.uk/wp-content/uploads/2018/11/Global-Brief-1-Ethical-Audits-and-the-Supply-Chains-of-Global-Corporations.pdf