Milieuvergunningverleners zien het regelmatig. Bedrijven met een oude omgevingsvergunning met daarbovenop een hele sliert van wijzigingsvergunningen met bijbehorende aanvragen. Er is een onoverzichtelijke vergunningssituatie ontstaan. Tijd om de bezem er doorheen te halen. Gelukkig hebben we de revisievergunning, geregeld in artikel 2.6 Wabo. Op het moment dat het bedrijf weer met nieuwe plannen komt, kan het bevoegd gezag eisen dat deze keer een revisievergunning wordt aangevraagd. Zodra de nieuwe revisievergunning onherroepelijk wordt, vervallen alle daarvoor verleende omgevingsvergunningen. Alles is nu weer overzichtelijk geregeld: er is één nieuwe aanvraag met een complete actuele beschrijving van het bedrijf en één nieuwe gestroomlijnde omgevingsvergunning. Mooi toch?
Omgevingswet: geen aanvraag meer voor een revisievergunning
Toch gaat de revisievergunning veranderen onder de Omgevingswet. De revisievergunning vormt straks louter een administratieve samenvoeging van een set gerelateerde omgevingsvergunningen.[1] Als voor een of meer activiteiten verschillende omgevingsvergunningen van kracht zijn, kan het bevoegd gezag, in het belang van een doelmatige uitvoering en handhaving, ambtshalve een omgevingsvergunning verlenen die de eerder verleende omgevingsvergunningen vervangt (art. 5.43 Ow). Onder de Omgevingswet is er dus geen sprake meer van een aanvraag voor een revisievergunning, de revisievergunning kan alleen ambtshalve worden verleend. De revisie-procedure kan wel worden samengevoegd met een wijzigings- of actualisatieprocedure (ambtshalve of op aanvraag), maar er is geen sprake meer van een nieuwe allesomvattende aanvraag.
Geen aanvraag meer voor de revisievergunning: gevolgen voor de praktijk
Artikel 2.20 van het Bal en artikel 22.48 van de bruidsschat voor het omgevingsplan bieden geen soelaas. Deze bepalingen geven het bevoegd gezag een bevoegdheid om gegevens en bescheiden op te vragen bij degene die een activiteit uitvoert. Dit betreft echter niet een vergunningssituatie, maar gaat over algemene regels en maatwerkvoorschriften en is beperkt tot informatie die nodig is vanwege de actualisatieplicht. Ook artikel 4:2 lid 2 Awb is hier niet van toepassing: dat artikel regelt het verschaffen van de benodigde informatie bij het beslissen op een aanvraag.
Vragen
Hoe kan het bevoegd gezag bij een revisie niet alleen de vergunningkant stroomlijnen, maar ook weer orde scheppen in de vraag welke situatie nou precies is vergund? Willen we bij een revisievergunning een verwijzing naar een stapel oude aanvragen met diverse, elkaar soms gedeeltelijk overlappende, rapporten?
En wat als de vergunninghouder zelf de aanvraagkant als geheel up-to-date wil brengen? Kan hij dan gewoon een aanvraag indienen voor zijn totale activiteit, hoewel een deel daarvan al eerder vergund is? Het lijkt ons in de geest van de Omgevingswet dat een vergunninghouder die hierin zelf wil kunnen sturen, ook die mogelijkheid heeft.
Corinne Eringfeld, juridisch medewerker, Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek
Sandra Anzion, juridisch adviseur, Anzion juridisch advies