VMR blokje




Kennis­netwerk voor milieu-, water- en natuur­beschermings­recht 

Flexibiliteit versus rechtszekerheid, een les voor het omgevingsplan

Geplaatst op 06-06-2019  -  Categorie: Columns speciale onderwerpen  -  Auteur: Regina Koning

Het stof is onderhand alweer enigszins neergedaald na de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 30 april 2019 ( (ECLI:NL:RVS:2019:1398) waarin het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte 'Chw Hembrug e.o.' centraal stond. In de media is veel aandacht geweest hiervoor, met name voor de zeehavennorm en hoe deze geluidsnorm in de Wet geluidhinder roet in het eten gooide. Op dit punt is de uitspraak helder en in juridische zin wel duidelijk.

Ik ga hier niet uitvoerig in op de casus (dan wel het stap 3-besluit en de zeehavennorm), daarvoor verwijs ik hier naar andere lezenswaardige online artikelen.[1] Waar ik hier graag kort de aandacht voor vraag, is het onderdeel geurhinder in r.o. 8 – 8.2.

Het beperken van onderzoekslasten is een belangrijk streven in de Omgevingswet. Of een ontwikkeling uitvoerbaar is, kan zich beperken tot de toets of de functie niet evident onuitvoerbaar is.[2] In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Omgevingswet staat vervolgens: 'De vraag of een functie kan worden gerealiseerd (de «of-vraag») en hoe het gebied precies wordt ingevuld (de «hoe-vraag») moeten tegelijkertijd worden beantwoord. Het wetsvoorstel biedt, gelet op de brede reikwijdte van het omgevingsplan, de mogelijkheid om regels met het oog op bijvoorbeeld te realiseren milieuambities in het omgevingsplan op te nemen. Uiteraard binnen de ruimte die rijksregelgeving daarvoor biedt. De «of-vraag» kan zich dan beperken tot de hiervoor beschreven toets of de functie niet evident onuitvoerbaar is.'[3] Voor een bedrijf dat door een nieuw bestemmingsplan (straks omgevingsplan) of wijziging ervan aanzienlijk kan worden beperkt in zijn bedrijfsvoering speelt het onderzoek waarmee, bijvoorbeeld een geurcontour, wordt onderbouwd doorgaans juist een cruciale rol.

In deze casus voert Frites uit Zuyd aan dat haar bedrijfsvoering zal worden belemmerd door de woningen die het plan onder andere direct nabij (1 meter gemeten vanaf de gevel van de fabriek) de fritesfabriek mogelijk maakt. De raad heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de geuremissie van de fritesfabriek volgens Frites uit Zuyd. Het onderzoek uit 2017 waarvan is uitgegaan, gaat uit van kengetallen die niet representatief zijn voor de bedrijfssituatie. Op basis van dit rapport zou het bestemmingsplan (met verbrede reikwijdte) uitvoerbaar zijn nu aan de geurcontour in de planregels kon worden voldaan als er een actief koolfilter wordt geïnstalleerd op het dak van de fritesfabriek (dit filter wordt gerealiseerd door de eigenaar van het gebouw, Rijksvastgoed). Volgens de fritesfabriek klopt het onderzoek echter niet hetgeen uit een later onderzoek in 2018 ook blijkt. Uit nog een onderzoek uit 2019 blijkt vervolgens dat om aan de planregels te kunnen voldoen er naast een actief koolfilter nog aanvullende maatregelen nodig zijn, waaronder het afsluiten van de bakruimte, een zakkenfilter en het verhogen van de schoorsteen. En dan oordeelt de Afdeling bestuursrecht: 'Zonder nader onderzoek naar de bedrijfsvoering van Frites uit Zuyd heeft de raad niet kunnen beoordelen of de legale bedrijfsvoering van Frites uit Zuyd door artikel 18, lid 18.3, van de planregels onevenredig wordt belemmerd. Het plan is in zoverre in strijd met artikel 3:2 van de Awb vastgesteld.' Vertalen we dit naar 'Omgevingswet-taal' dan is dit onderzoek ter onderbouwing van het bestemmingsplan (omgevingsplan) vereist in het kader van de 'toets of de functie niet evident onuitvoerbaar is'. De of- en de hoe-vraag konden hier dus nog niet worden gescheiden.

Auteur: mr. A.Z.R. Koning (juridisch adviseur en eigenaar van Koning Bouw&Gebiedsontwikkeling)

 

[1] Zoals van Janike Haakmeester, Crisis- en herstelwet Hembrugterrein Zaandam, Omgevingsweb 10 mei 2019, Luuk Scheppers, Bestemmingsplan verbrede reikwijdte Hembrugterrein strandt op zeehavennorm, Omgevingsweb 9 mei 2019 en Jacco Karens, Chw-bestemmingsplan Hembrugterrein doorstaat de toets niet, Actualiteiten Bouwrecht 1 mei 2019 (https://www.ibrtracker.nl/actualiteit/33666, niet gratis raadpleegbaar)

[2] Zie Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 153/154.

[3] Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 154.