VMR blokje




Kennis­netwerk voor milieu-, water- en natuur­beschermings­recht 

Bieden procesafspraken uitkomst bij capaciteitsproblematiek milieustrafrecht?

Geplaatst op 05-09-2023  -  Categorie: Columns wg Milieucriminaliteit  -  Auteur: Marleen Velthuis

Inleiding

Op 15 augustus 2023 is de Aanwijzing Procesafspraken in het strafrecht van het Openbaar Ministerie in werking getreden (de Aanwijzing; link). Deze aanwijzing bevat voorwaarden en de procedure voor het maken van procesafspraken.

Wat zijn procesafspraken?

Bij procesafspraken gaat het om afspraken tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging over het verloop van de strafprocedure en/of de wijze waarop de strafzaak wordt afgedaan. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op het laten varen van bepaalde onderzoekswensen, punten waarop geen verweer zal worden gevoerd of het inperken van de beschuldiging door het Openbaar Ministerie.[1] Overeenstemming over een passende strafeis vormt veelal het belangrijkste onderdeel van de procesafspraken.

Relevante aandachtspunten

Vooruitlopend op deze aanwijzing zijn in de praktijk al procesafspraken gemaakt en vorig jaar heeft de Hoge Raad hierover geoordeeld nadat procureur-generaal Bleichrodt cassatie in het belang der wet had ingesteld. De Hoge Raad gaf een kader voor het maken van procesafspraken, waarvan de belangrijkste onderdelen terugkomen in de Aanwijzing.[2]

De verdachte dient bij het aangaan van de afspraken vrijwillig, op basis van duidelijke informatie en zich bewust van de rechtsgevolgen te handelen. Om dit te waarborgen is rechtsbijstand vereist en moet de rechter kunnen onderzoeken of hieraan is voldaan. Als de verdachte niet op de zitting verschijnt, dient de rechter door het Openbaar Ministerie en de verdediging op andere wijze in staat te worden gesteld om te toetsen of sprake is van een vrijwillige en goed geïnformeerde beslissing.[3]

Belangrijk is dat procesafspraken een ‘consensueel element’ introduceren, maar dat de zittingsrechter verantwoordelijk blijft.[4] Indien de rechter van oordeel is dat de gemaakte procesafspraken leiden tot een uitkomst die niet in redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak, kan de rechter een daarvan afwijkende beslissing nemen. Zo schoof de rechtbank Overijssel een afdoeningsvoorstel ter zijde, omdat de afgesproken strafeis volgens de rechtbank op geen enkele wijze recht deed aan de aard en ernst van de feiten.[5]

Wanneer is het maken van procesafspraken zinvol?

Door het maken van procesafspraken kan veel tijd worden gewonnen, in het bijzonder wanneer uiteenlopende onderzoekswensen achterwege kunnen blijven.

Het maken van procesafspraken zal uitkomst kunnen bieden indien vanwege de ernst van de feiten (en bijvoorbeeld bij toepassing van voorlopige hechtenis) oplegging van een gevangenisstraf passend is, waardoor een buitengerechtelijke afdoening via een transactie of strafbeschikking niet mogelijk is.

Daarnaast kunnen procesafspraken nuttig zijn wanneer het onderzoek op zitting al is aangevangen (bijvoorbeeld door een pro forma-zitting) waardoor intrekking van de zaak niet meer mogelijk is, maar het Openbaar Ministerie en de verdediging inmiddels tot overeenstemming zijn gekomen over een passende afdoening.

Voor alle overige zaken blijft het mijns inziens efficiënter om de zaak buitengerechtelijk af te doen middels een transactie of strafbeschikking.

Kunnen procesafspraken de capaciteitsproblematiek voor milieuzaken oplossen?

In het milieustrafrecht is de capaciteitsproblematiek alom bekend en duurt het soms jaren voordat een zaak op zitting wordt behandeld.

Het maken van procesafspraken kan hierbij helpen, maar het biedt – gelet op de mogelijkheden van buitengerechtelijke afdoening – slechts in een relatief beperkt aantal zaken de meest efficiënte oplossing.

Vooral indien overeenstemming bestaat over een passende gevangenisstraf, zal het maken van procesafspraken zinvol zijn. Het kan in dat geval immers voorkomen dat een verdachte door de capaciteitsproblematiek lange tijd in spanning zit over de mogelijke uitkomst van een zaak, om dan jaren later alsnog zijn straf te moeten uitzitten.

Echter, in de praktijk verschillen het Openbaar Ministerie en de verdediging (waaronder de verdachte) in milieustrafzaken vaak sterk van mening over wat een passende afdoening betreft. Zo zullen bijvoorbeeld bestuurders en managers van legitieme bedrijven een gevangenisstraf veelal niet acceptabel vinden als het bedrijf overtredingen heeft begaan, terwijl het Openbaar Ministerie hier steeds vaker op lijkt in te zetten. Daarbij speelt uiteraard mee dat milieuwet- en regelgeving regelmatig zeer complex is en er eenvoudig verschil van inzicht kan ontstaan over de vraag of de vermeende feitelijk leidinggever voor overtredingen van het bedrijf wel aansprakelijk kan worden gehouden.

Mijn verwachting is dan ook dat de mogelijkheid om procesafspraken te maken slechts een beperkte positieve impact kan hebben op capaciteitsproblematiek in het milieustrafrecht. Dat neemt uiteraard niet weg dat in een aantal zaken het maken van procesafspraken een zeer welkome mogelijkheid betreft die onnodig langdurige procedures kan voorkomen.

Marleen Velthuis, advocaat bij Loyens&Loeff

Voorzitter van de VMR werkgroep milieucriminaliteit

 

--------------------------------------------------------------------------------------------------

[1] Hoge Raad 27 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1252, ro. 5.1.

[2] Hoge Raad 27 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1252, ro. 5.2.2.

[3] Aanwijzing onderdeel 3.1.

[4] Aanwijzing onderdeel 2.2.

[5] Rechtbank Overijssel 4 september 2019, ECLI:NL:RBOVE:2019:3103.