Kennisnetwerk en discussieplatform

 

Wanneer vinden we milieucriminaliteit echt ernstig?

Geplaatst op 08-10-2025  -  Categorie: Columns wg Milieucriminaliteit  -  Auteur: Marieke Kluin

In het Journal of Crime, Law and Social Change verscheen een artikel van Lisa Ansems, Jelle Brands en mijzelf getiteld ‘On bad intentions and harmful consequences: understanding public perceptions of environmental crime seriousness’ over hoe mensen milieucriminaliteit ervaren. Er is een groeiende politieke en maatschappelijke bewustwording en zorg over milieuproblemen in Nederland, denk hierbij aan lopende strafrechtzaken tegen Tata Steel en Chemours. In juni berekende het Planbureau voor de Leefomgeving daarnaast dat er ten minste 46 miljard euro per jaar schade is in Nederland door milieuverontreiniging. Toch is er relatief weinig empirisch onderzoek naar hoe serieus mensen milieucriminaliteit vinden en welke factoren (bijv. intentie en gevolgen) deze perceptie vormgeven. Voor deze vignettenstudie kregen deelnemers een hypothetisch scenario te lezen over een textielfabriek die chemisch afval loost, met varianten in de intentie en de mate van schade.

Ons onderzoek onder 261 Nederlandse burgers laat zien dat twee factoren cruciaal zijn over hoe mensen milieucriminaliteit ervaren: de intentie van de dader en de omvang van de schade. Milieudelicten worden als meest ernstig gezien wanneer ze bewust worden gepleegd én aanzienlijke schade veroorzaken. Maar het is ingewikkelder dan het lijkt. Zo is bij milieucriminaliteit de schade vaak minder zichtbaar, of komt deze pas veel later aan het licht. Dit maakt het moeilijker om de schade te beoordelen. Verrassend genoeg blijkt uit het onderzoek verder dat zelfs milieudelicten zónder ernstige schade of opzet als ernstig worden beschouwd, in de ogen van het publiek. Dit onderzoek levert een waardevolle bijdrage aan begrip van hoe het publiek milieucriminaliteit ziet en bevestigt dat zowel intentie als gevolgen ertoe doen. Het feit dat milieucriminaliteit in het publieke debat serieus wordt genomen, zou ruimte kunnen bieden om strengere handhavingsmaatregelen te legitimeren. Toekomstig onderzoek zou zich kunnen richten op een grotere en diversere steekproef en meer verschillende typen milieucriminaliteit.

Auteur:

Marieke Kluin, werkzaam als universitair docent criminologie bij de Universiteit Leiden, lid van de VMR Werkgroep Milieucriminaliteit

 

Contactgegevens

ofni.[antispam].@milieurecht.nl

Tel: 073-2200484

KvK: 40479669

Privacy en disclaimer

Privacybeleid VMR

Disclaimer

Social media

Met dank aan