De VMR heeft mij veel gebracht en is verweven met mijn werkzame leven als milieujurist. Dat begon al als student, toen ik gebruik maakte van het studentlidmaatschap en ik veel had aan de boeken die je toen nog standaard van iedere ledenvergadering kreeg. Ook de mogelijkheid om als student of net afgestudeerd jurist de ledenvergaderingen bij te wonen en de discussies te volgen met de mensen die specialist waren op een van de vele milieurechtelijke onderwerpen was bijzonder en verrijkend. Na mijn studie was de VMR van 1989 – 1995 mijn eerste werkgever in een juridische baan. Aanvankelijk als bureausecretaris en als opvolger van Ada van Oorschot, later ook als bestuurssecretaris. Andere Europese milieurechtverengingen waren jaloers dat in Nederland de VMR de mogelijkheid had om een fulltime jurist in dienst te hebben én ook nog administratieve ondersteuning in de persoon van Marja Cottaar. We hadden ons kantoor aan de Donkerstraat bij Natuur en Milieu (het kasteel met de rode luikjes) en dat was een enorm voordeel vanwege de samenwerking met Victor Jurgens en Marga Robesin, die de toch wat eenzame baan van secretaris heel veel leuker en interessanter maakte. Zij deelden veel actuele en meer historische informatie en waren altijd een benaderbare gesprekspartner. Het waren andere tijden waarbij het belang van een onafhankelijk kennisplatform in generieke zin werd ondersteund, zonder dat voor specifieke projecten subsidie aangevraagd moest worden. Het gaf de VMR de mogelijkheid verschillende werkgroepen actief te hebben, nieuwe onderwerpen op de agenda te zetten, ledenvergaderingen te organiseren en dus een prachtige boekenserie uit te geven. De periode als secretaris van de VMR zorgde dat ik goed op de hoogte was van een breed scala aan milieurechtelijke thema’s, de actuele milieurechtelijke discussies en een groot netwerk op heb kunnen bouwen. Dat zijn voordelen waar ook de leden van de VMR tot op de dag van vandaag van kunnen profiteren. In een open en inclusieve sfeer verschillende standpunten kunnen bediscussiëren is waardevoller gebleken dan ik me destijds realiseerde. Van 2012 tot 2017 was ik voorzitter van de VMR, een eervolle functie waar ik trots op was, ook gezien de andere voorzitters die de VMR in de loop van zijn 40-jarig bestaan heeft gehad (Kees Lambers, Thijs Drupsteen, Piet Gilhuis, Chris Backes, Rosa Uylenburg en Kars de Graaf)! Wat als bestuurslid ongelooflijk belangrijk is gebleken, is de enorme inzet van medebestuursleden, het secretariaat en vooral van al die actieve leden die veelal in eigen tijd hun kennis deelden bij ledenvergaderingen, in werkgroepen, door het schrijven van preadviezen, tegenwoordig ook door het schrijven van columns en blogs en door mee te discussiëren tijdens bijeenkomsten. Dat heeft gezorgd dat de VMR een levendige vereniging was, is en hopelijk nog vele jaren blijft. Het leven begint immers bij 40!