VMR blokje




Kennis­netwerk voor milieu-, water- en natuur­beschermings­recht 

Dankzij sensoren beter beeld van milieufraude

Geplaatst op 01-02-2021  -  Categorie: Columns wg Milieucriminaliteit  -  Auteur: Ben Vollaard

Hoe erg is het gesteld met milieufraude? Hoeveel boeren rijden meer mest uit dan mag? En hoeveel illegaal geloosd afval van schepen komt er in zee terecht?  Als we hier geen idee van hebben, dan is het moeilijk prioriteiten zetten. Dan is het wachten tot een nieuw schandaal naar buiten komt.

Om een beeld te krijgen van milieufraude ligt het voor de hand om naar rapportages van toezichthouders te kijken. Milieucriminaliteit is immers haalcriminaliteit. Deze rapportages zeggen alleen weinig. Gereguleerde bedrijven zijn vaak moeilijk te betrappen op overtredingen en de handhavingscapaciteit is altijd zeer beperkt. Om een voorbeeld te noemen: een handjevol personen moet vanuit Den Helder het Nederlandse deel van de Noordzee in de gaten houden; een gebied twee keer zo groot als het landoppervlak van Nederland en een van de drukste bevaarde zeeën van de wereld. Veel zal hen ontgaan.

Voor een beeld van milieufraude kunnen we niet anders dan naar het milieu zelf kijken. Metingen van water- en luchtkwaliteit, bijvoorbeeld. Dankzij de ontwikkeling van goedkope, kleine sensoren zijn deze metingen steeds frequenter en fijnmaziger. Een voorbeeld is de Sodaq watersensor, ontwikkeld in samenwerking met de politie. In de metingen van sensoren zitten de gevolgen van milieudelicten verborgen. De uitdaging is om deze gevolgen uit de gegevens tevoorschijn te toveren.

De ironie wil dat het kat- en muisspel tussen toezichthouder en gereguleerde bedrijven voor dit laatste een unieke gelegenheid biedt. Als een bedrijf bijvoorbeeld het tijdstip van het plegen van fraude laat afhangen van inspectieactiviteiten, dan laat dit een patroon achter in de sensorgegevens. De meter zal immers anders uitslaan op tijdstippen dat het bedrijf een inspecteur verwacht dan op tijdstippen dat het bedrijf denkt hun gang te kunnen gaan. Hoe voorspelbaarder de inspecties, hoe sterker dit het geval is.

We hoeven alleen maar dit patroon in de metingen te achterhalen om een beeld te krijgen van wat we anders nooit zouden weten: niet-naleving van strategisch opererende bedrijven.

Deze methode is zelf te zien als een meetinstrument. Het instrument is ergens in te prikken om te kijken hoe het met naleving is gesteld. Dat kan achteraf; mooier is het om in samenwerking met toezichthouders vooraf uitgewerkte veldexperimenten te doen. Dan komt alles samen: techniek (sensors), sociale wetenschap (voorspeld gedrag bedrijven), data-analyse (patroonherkenning) en natuurlijk het echte werk (toezicht, handhaving). Samenwerking tussen toezichthouders en wetenschap kan zo bijdragen aan een beter beeld van milieufraude in Nederland. Wie weet, is er over tien jaar wel een blog te schrijven over wat voor moois – of eigenlijk wat voor drek – dit allemaal heeft opgeleverd.

Ben Vollaard, universitair hoofddocent, Tilburg School of Economics and Management