VMR blokje




Kennis­netwerk voor milieu-, water- en natuur­beschermings­recht 

Concrete acties nodig voor meer capaciteit handhaving milieurecht

Geplaatst op 08-09-2021  -  Categorie: Columns wg Milieucriminaliteit  -  Auteur: Marleen Velthuis

Als advocaat is het misschien wat opmerkelijk om te pleiten voor concrete acties om de capaciteit te verhogen van de omgevingsdiensten, NVWA, IL&T, de milieupolitie en het Openbaar Ministerie. Als bestuurder van de VMR ligt een betoog om meer personen te enthousiasmeren voor het milieu(straf)recht wat meer voor de hand.

De praktijk laat al jaren zien dat meer capaciteit benodigd is. Zie onder andere het CCV-rapport 'De markt de baas' van 16 september 2019, het rapport van de Commissie Van Aartsen van 4 maart 2021 en het rapport van de Algemene Rekenkamer 'Handhaven in het duister' van 30 juni 2021. Ook het deze zomer gepubliceerde 'Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021' bevestigt dit probleem.[1] In de algemene hoofdpunten van het Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit komt terug dat de pakkans klein is en de straffen laag. Zoals het is samengevat: 'De strafrechtelijke trajecten zijn vaak lang en ingewikkeld. Aan het einde van de rit komt de dader weg met een lage straf, doordat de rechter de lange doorlooptijd van het proces meeneemt in het oordeel.'[2]

Door dergelijke uitlatingen ontstaat de indruk dat deze verdachten 'er makkelijk vanaf komen'. Dat is niet mijn ervaring vanuit de praktijk. Niet voor deze verdachte personen en bedrijven.

De mentale impact die het op een persoon heeft als deze jarenlang een strafrechtelijke kwestie boven zijn/haar hoofd heeft hangen moet niet worden onderschat. Bestraffing kort na overtreding van regelgeving is bewezen effectiever. Ik durf ook wel de stelling aan dat veruit de meeste verdachten er baat bij hebben kort na het handelen te worden bestraft of vrijgesproken, zelfs indien de straf hoger uitpakt dan wanneer de zaak jaren zou voortsudderen. Hiervoor heb ik geen wetenschappelijke onderbouwing kunnen vinden, maar ik wijs ter ondersteuning naar het aloude gezegde 'Een mens lijdt dikwijls het meest door het lijden dat hij vreest'.[3]

Verdachte bedrijven kunnen ook zwaarwegende consequenties ondervinden door lopende procedures. De vermeende non-compliance kan ertoe leiden dat het bedrijf niet langer in aanmerking komt voor bepaalde opdrachten (bijv. in aanbestedingen of contracten met partijen met een 'low risk appetite'), problemen ondervindt bij het aantrekken van financiering of door de kwestie langdurig gebukt gaat onder negatieve publiciteit met daarmee gepaard gaande reputatieschade. Indien het OM beslag heeft gelegd met het oog op verhaal voor mogelijke toekomstige boeten of ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, kan dat bovendien leiden tot een enorme beperking van de investeringscapaciteit. Indien jaren later een (veel) lager bedrag aan eventuele boete en/of ontneming wordt opgelegd, komt deze schade in beginsel niet voor vergoeding in aanmerking.

Kortom, niet alleen de maatschappij heeft belang bij een adequate en tijdige opvolging van vermeende milieuovertredingen. Ook verdachte personen en bedrijven hebben daar baat bij. Vandaar dat ik, ook als advocaat, pleit voor concrete acties om te komen tot capaciteitsuitbreiding in de handhavingsketen.

Het 'Rapport knelpunten aanpak milieucriminaliteit' geeft verschillende redenen waarom de handhaving van milieuregelgeving niet optimaal is. Mij viel op dat uit het Rapport volgt dat een deel van het capaciteitsprobleem samenhangt met de omstandigheid dat het onderwerp milieu in verschillende organisaties betrokken in de handhavingsketen niet als enerverend wordt ervaren.[4] Een zeer bescheiden initiatief om hierin verandering te brengen, betreffen de bijeenkomsten van de Jonge VMR om personen aan het begin van hun carrière te enthousiasmeren voor het milieurecht. Graag daag ik u uit zelf een concrete actie te bedenken, zoals het organiseren van een bezoek aan uw bedrijf, dienst of organisatie (voor studenten of juist starters), het geven van een interview of opnemen van een podcast over uw boeiende praktijk, of het onder de aandacht brengen van interessante onderwerpen op social media. Maak het thema milieu hip, hot & happening!

Marleen Velthuis, partner bij NautaDutilh

8 september 2021

 

[1] Opdrachtgever van het dreigingsbeeld is de Strategische Milieukamer (SMK). Deze bestaat uit de inspecteursgeneraal van de Inspectie Leefomgeving & Transport, de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de portefeuillehouder milieucriminaliteit van de Nationale Politie, de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid voor de omgevingsdiensten en ondergetekende, hoofdofficier van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie, als voorzitter (zie voorwoord Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021).

[2] Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021, p. 6.

[3] De dichter van dit versje is volgens Onze taal niet bekend, maar aan diverse personen toegedicht. Zie: https://onzetaal.nl/taaladvies/een-mens-lijdt-dikwijls-het-meest.

[4] Zie de uitlatingen in hoofdstuk 6.3, over de bestuurlijke borging van de beschikbare capaciteit.