VMR blokje




Kennis­netwerk voor milieu-, water- en natuur­beschermings­recht 

Aardbevingen in Groningen

Geplaatst op 13-01-2014  -  Categorie: Columns speciale onderwerpen  -  Auteur: Kars de Graaf en Martha Roggenkamp

Aardbevingen in Groningen 

Martha Roggenkamp en Kars de Graaf[1]

De gaswinning in Groningen en de gevolgen daarvan voor de fysieke leefomgeving houden de gemoederen behoorlijk bezig. Ondanks het in het Groningse Loppersum bekend geworden politieke besluit inzake de gaswinning uit het Groninger veld (‘Vertrouwen op herstel en herstel van vertrouwen’), dagvaardde de Stichting Waardevermindering door Aardbevingen Groningen (WAG), afgelopen vrijdag de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). De NAM (50% Shell en 50% Exxon) verkreeg in 1963 van de Minister van EZ een concessie op basis van de (Franse) Mijnwet 1810 om het gas te winnen, onder meer onder de voorwaarde dat de NAM een overeenkomst van samenwerking zou aangaan met een staatsparticipant (momenteel EBN). Dit werd de Maatschap Groningen en de winning van het Groningenveld vindt plaats voor rekening en risico van deze Maatschap. In dat samenwerkingsverband heeft de staat een belang van 40%, maar de stemverhouding is 50:50. Op grond van de Mijnwet is de concessie eeuwigdurend verleend en heeft de NAM de volledige eigendom gekregen van het ondergrondse (nog niet gewonnen) aardgas. 

Bodemdaling als gevolg van de gaswinning en als oorzaak van schade, was bij concessieverlening bekend. Bepaald werd dan ook dat tijdens de winning regelmatig metingen dienen plaats te vinden en dat de Minister van EZ, indien nodig, maatregelen kan nemen om bodemdaling tegen te gaan en zelfs de winning kan stoppen (‘hand aan de kraan’).  

Al in de jaren ’70 werd duidelijk dat bodemdaling (aanzienlijke) schade kan veroorzaken. De NAM en de provincie Groningen hebben een overeenkomst gesloten op basis waarvan de NAM instemt om alle schade aan publieke werken (dijken e.d.) te vergoeden. Schade werd alleen vergoed aan degenen die partij zijn/waren bij de overeenkomst. Particulieren waren vrijwel geen partij en moesten in geval van schade terugvallen op het Burgerlijk Wetboek. 

Hoewel er reeds aardbevingen werden gevoeld, leek het probleem na de beving in Huizinge (op 16 augustus 2012) met een kracht van 3,6 op de schaal van Richter groter dan gedacht. Ten tijde van de behandeling van de Mijnbouwwet (van 2003) was al duidelijk dat bodemdaling ook aardbevingen tot gevolg kan hebben. In dit kader zijn een aantal bepalingen in de Mijnbouwwet opgenomen. Het betreft dan de invoering van het meetplan, ten aanzien van het uitvoeren van regelmatige metingen (voor, tijdens en na afloop van de winning). Tevens is het aansprakelijkheidsregime aangepast. Als gevolg van de aanpassing (art. 6:177 BW) hoeven gelaedeerden niet langer aan te tonen dat de NAM aansprakelijk is voor de aardbevingen. Gelaedeerden moeten echter nog wel aantonen dat de schade die ze leiden het gevolg is van de aardbevingen. Om private personen tegemoet te komen, heeft de Mijnbouwwet een speciale commissie ingesteld: de Technische Commissie Bodembeweging (Tcbb). De Tcbb kan burgers helpen met de technische bewijsvoering, hoewel je maar weinig hoort over de rol van deze commissie. Over het algemeen wordt gedacht en aangenomen dat de NAM zeer consciëntieus omgaat met de meldingen van schade aan huizen en de aanvragen voor vergoeding (zie www.namplatform.nl), hoewel de Vereniging Eigen Huis daar genuanceerder over denkt. In het perspectief van het aantal aanvragen is het niet vreemd dat de onvrede recent is toegenomen. De NAM heeft circa 11.000 schadeclaims binnengekregen die zij moeten afhandelen en dat het dan wat langer duurt, kun je je voorstellen. Een van de belangrijkste redenen voor de dagvaarding door de Stichting WAG is echter dat de NAM tot op heden geen schadevergoeding wenst uit te keren voor waardedaling van huizen in het gebied (voor zover dat kan worden aangetoond) voordat het betreffende huis is verkocht. Hoewel begrijpelijk, kan men zich het bezwaar tegen die handelwijze – in deze tijden van crisis op de huizenmarkt en aangescherpte hypotheekregels – goed voorstellen. 

Het ingestelde systeem voor winning en aansprakelijkheid ziet er op papier aardig uit. Ten aanzien van het nu genomen politieke besluit, waar overigens ook tegemoetkomingen buiten het wettelijke kader deel van uitmaken (o.a. een fonds voor het verbeteren van het economisch perspectief), lijkt de discussie toch vooral te draaien om de bepaling dat de Minister de winning kan stopzetten als dit nodig is in verband met de omvang van de schade. Stopzetting heeft natuurlijk gevolgen voor de staatskas. Kamp heeft vele onderzoeken laten uitvoeren (met name ook door het Staatstoezicht op de Mijnen); ook de NAM en het KNMI deden onderzoek. Hoewel die adviezen hebben geleid tot de intentie – het formele besluitvormingsproces moet nog op gang komen – om het (jaarlijkse) winningsplafond te verlagen op grond van een door de NAM nieuw ingediend winningsplan, lijkt het er op dat eigenlijk niemand precies weet wat er gebeurt als ‘de kraan wordt dichtgedraaid’. De Minister kan wel op grond van art. 55 Gaswet het productieplafond van het Groningenveld gedurende een periode van 10 jaar vaststellen. Voor de periode 2006-2015 is dit plafond vastgesteld op 425 miljard m3 (gemiddeld 42,5 m3 per jaar). Er was veel commotie over het feit dat de NAM het afgelopen jaren steeds meer (in het laatste jaar uiteindelijk 45-50 miljard m3) had geproduceerd. De winning ligt echter nog wel binnen de gemaakte afspraken als in eerdere of latere jaren minder wordt geproduceerd. De Minister heeft nu echter aangegeven dat de komende jaren het plafond dat de NAM jaarlijks mag produceren naar beneden zal worden bijgesteld. De Minister richt zich bovendien specifiek op een 3-tal boorlocaties nabij Loppersum (hart van de bevingen). Hier wordt de winning zo snel mogelijk met 80% teruggebracht. Het instemmingsbesluit voor het nieuwe winningsplan moet nog worden genomen en kan in rechte worden bestreden, bijvoorbeeld door de Vereniging Groninger Bodem Beweging. 

Verminderen van de productie en ook stopzetten daarvan, levert geen garantie dat ook de aardbevingen stoppen. Andere gevolgen zijn ook van belang. Indien de gasproductie ernstig wordt teruggebracht, zal dit gevolgen hebben voor GasTerra, dat het Groningengas inkoopt en veel langlopende gasleveringscontracten heeft in binnen- en buitenland. In het ergste geval moet dan GasTerra het gas elders inkopen (Noorwegen, Rusland?) om aan de leveringsverplichtingen te voldoen. Tot slot zou het volledig stilleggen van de productie van de NAM wel eens kunnen resulteren in claims van de NAM. Zij hebben per slot het eigendom van het gas in de bodem. Zou een besluit dat niet gewonnen mag worden dan gezien kunnen worden als een vorm van onteigening? 

(28 januari 2014)

[1]Prof.mr. M.M. Roggenkamp en mr. K.J. de Graaf zijn beiden verbonden aan het Groningen Centre for Energy Law.